Op 15 juli start Landschap Overijssel met de uitvoering van fase 3 van de Natura 2000-werkzaamheden op de Manderheide: het laatste deel van de geplande maatregelen.
Het gaat om bomen op de Galgenberg, ten oosten van de Streuweg. Ze worden weggehaald om heidegebieden te verbinden. Het werk is naar verwachting vóór de Kerst klaar.
Terreinbeheerder Rick Staudt: ‘We beginnen met het wegknippen van de onderbegroeiing. Daarna halen we de bomen weg, frezen we de stobben en harken we de strooisellaag weg. Dit is de bovenste laag van de bodem die bestaat uit oude bladeren, takjes, naalden enzovoort. Als dat is gebeurd, strooien we nog wat kalk. Daarmee creëren we de optimale omstandigheden voor heidezaden die nog in de bodem zitten, om te kiemen.’
‘Vanaf de tweede helft van juli gaan we ook op plekken waar de afgelopen winter is gewerkt, steenmeel strooien. Dit gemalen gesteente ziet eruit als glinsterend zand en draagt bij aan het natuurherstel.’ In totaal verspreidt Landschap Overijssel zo’n 190 ton over 19 hectare van het gebied. Het werk gebeurt met een trekker en duurt ongeveer twee weken. Achter de strooier kunnen flinke wolken te zien zijn die heel snel neerdalen.
Steenmeel is een natuurlijk product dat niet schadelijk is voor mensen en dieren. Er wordt heel voorzichtig gereden om de bodem niet te beschadigen. Een ecoloog controleert het gebied vooraf grondig op nesten en holen.
Door het gebied waar gewerkt wordt, loopt ook een tamelijk drukke wandelroute. Wandelaars en andere recreanten worden gewaarschuwd door middel van borden. U moet op veilige afstand (minstens 25 meter) blijven van bewegend materieel. Verder zal er tijdelijk overlast zijn van geluid en liggen er rijplaten.
Heeft u vragen, zorgen of opmerkingen over de Natura 2000-werkzaamheden op de Manderheide, stuur dan een mail naar terreinbeheerder Rick Staudt.
Foto’s: deelnemers aan de speciale Natura 2000-excursie over de Manderheide op 5 juli jongstleden vielen met hun neus in de boter: het vliegend hert liet zich in groten getale zien en fotograferen!
Foto’s: Hans Kamerling