Op 11 oktober 2022 hebben Gedeputeerde Staten (GS) ingestemd met het definitieve Inpassingsplan Springendal en Dal van de Mosbeek (PIP). Dit plan is op enkele onderdelen gewijzigd ten opzichte van het ontwerp dat GS vaststelde op 9 februari 2021. Deze wijzigingen komen vooral voort uit de zienswijzen die zijn ingediend. Een van deze wijzigingen is verruiming van de toepassing van eiwitrijke gewassen. Vanwege de relatie met het Europees geldende scheurverbod lichten we graag even toe welke ruimte er nu is.
Het voorkomen van uitspoeling van nitraat is een van de ingrepen die in Springendal – Dal van de Mosbeek vaak voorkomt. Daarom wordt op diverse percelen bemesting verboden (bestemming natuur) of beperkt (bestemming agrarisch 2a, 3 en grasland). Eiwitrijke gewassen zijn diepgewortelde gewassen, die daardoor meer stikstof in de bodem vasthouden. Daarom willen we de teelt van deze gewassen meer ruimte geven. Dit doen we op 2 manieren.
In de bestemming agrarisch 2a is nu opgenomen dat eiwitrijke gewassen zijn toegestaan in de zone met de aanduiding ‘eiwitrijke gewassen’ (sa-ewr). Deze zone is te vinden in het dal van de Roezebeek. Hier mag zonder vergunning worden geëxperimenteerd met de toepassing van de eiwitrijke gewassen die zijn genoemd in bijlage 6 van het PIP. Met een omgevingsvergunning kan bovendien worden afgeweken van deze lijst als dit geen negatieve effecten heeft. De overige regels van agrarisch 2a blijven uiteraard gelden.
Belangrijker is de mogelijkheid die geldt voor het telen van eiwitrijke gewassen op percelen die de bestemming grasland krijgen. Overal waar deze bestemming ligt, kan met een omgevingsvergunning scheuren van het grasland worden mogelijk gemaakt nadat het minimaal drie jaar aansluitend gras is geweest, tenzij deze percelen vallen onder het Europese scheurverbod (aangegeven in bijlage 10). Gemeenten noch provincie zijn immers bevoegd om af te wijken van Europese regelgeving. Voor het afgeven van de vergunning moet duidelijk zijn dat scheuren nodig is voor graslandverbetering en na scheuren het perceel opnieuw wordt ingezaaid met gras of, gedurende 1 jaar, met eiwitrijke gewassen (uit de lijst van bijlage 6).
Deze gebruiksverruiming zorgt ervoor dat boeren bijvoorbeeld toch voedergewassen zoals luzerne of soja op eigen grond kunnen blijven telen. Het besluit past bij ambities van de veehouderij om zoveel mogelijk eiwitrijk veevoer op eigen grond te telen, in plaats van het aan te kopen of te importeren.