22 sep 2023

Leven in Springendal: Hennie van de Kes

Soms raakt een bijnaam zo ingeburgerd dat mensen je echte naam zowat vergeten. Daarom stelt Hennie Steggink (72) voor om hem als Hennie van de Kes te introduceren, naar de vele ke(r)senbomen die zijn opa vroeger in de tuin had staan. Niet alleen hij, maar zijn hele familie staat sindsdien bekend als ‘van de Kes’: “Zo hebben alle boerenfamilies hier bijnamen.”

Zelf heeft hij altijd in de bouw gewerkt, maar zijn ouders hadden op deze plek een boerderij. In Hezingen, naast het erf van de familie Brunninkhuis. Zijn broer heeft nog geprobeerd het boerenbedrijf voort te zetten, maar dat bleek al in de jaren ‘80 geen haalbare kaart meer.

 

Paard en wagen

De familie vormde het land om tot landgoed, inmiddels groeien er wilde orchideeën bij de sloot. Hennie kan ervan genieten: “Daar groei je in mee. Ik gaf mijn ogen de kost, leerde steeds een beetje bij. Dan wordt het ook steeds mooier.” Een paar keer per week neemt hij campinggasten van de buren mee voor een rit met paard en wagen. Een hobby die zo’n 20 jaar geleden is ontstaan: “In het begin reed ik gewoon, zonder iets te zeggen. Maar ik heb me steeds meer in de natuur verdiept. Inmiddels komt het nog maar weinig voor dat mensen vanuit de wagen vragen stellen waarop ik het antwoord niet weet.”

Het najaar is een drukke tijd voor hem: “Na de zomer krijg je altijd de grijze golf op bezoek. En ja, ik weet het, ik hoor daar zelf ook bij.” Hij is zijn leven lang niet verhuisd. Zijn zus wel, maar die is al jaren weer terug op het erf. Toen ze terugkwam hebben ze wat verbouwd, waardoor Hennie sindsdien zijn eigen appartement heeft: “Ze kookt voor mij, maar ik eet het op aan mijn eigen tafel. Mijn zus heeft kinderen en kleinkinderen, ik wil daar niet als een ongetrouwd oompje bij zitten.”

(tekst gaat verder onder de afbeelding)

“Vroeger woonde je hier helemaal achteraf, nu is het hartstikke druk.”

Genoeg te doen

Hij is altijd alleen geweest: “Het is nooit gelukt om een vriendin te krijgen.” Inmiddels heeft ‘ie er vrede mee: “Ik heb genoeg te doen. Het landgoed vraagt ook om veel onderhoud. De slootjes moeten goed verzorgd, zodat de bloemen er willen groeien. Ik heb wat koeien en kalfjes en er lopen twee paarden in de wei. Die moet ik ook genoeg water geven, anders gaan ze het bij de sloot halen en dan vertrappen ze de orchideeën.”

Hij is, net als vele anderen, verknocht aan het gebied. Hij heeft er al heel wat veranderingen meegemaakt: “Vroeger was iedereen hier boer en hadden we allemaal dezelfde belangen. Nu heeft ieder z’n eigen plan en blijft er minder gemeenschappelijks over. Dat is jammer, maar tegelijkertijd is het fantastisch om te zien hoe bijvoorbeeld Hoeve Springendal weer is opgebouwd.”

 

Hartstikke druk

De nieuwe bedrijvigheid brengt bovendien veel nieuwe bezoekers met zich mee: “Vroeger woonde je hier helemaal achteraf, nu is het hartstikke druk met fietsers, wandelaars en wielrenners.” Hij kan het wel waarderen, hoe ook mensen van buitenaf worden aangetrokken door de schoonheid van het gebied: “Ik vind het alleen maar leuk. De mensen beginnen je een beetje te kennen, komen een praatje maken. Je hoort er een beetje bij.”

Gerelateerd