In het gebied van de Roezebeek wordt gestart met evenwichtsbemesting. De vijf grondeigenaren doen allemaal mee. Ze zijn gemotiveerd er een succes van te maken, vertelt begeleider Rudie Freriks.
Hij is bij het project betrokken omdat hij in een ander gebied (Boetelerveld) ervaring heeft opgedaan met evenwichtsbemesting: “We hebben eerst met elkaar verkend wat evenwichtsbemesting inhoudt, en welke informatie je nodig hebt om dit goed in beeld te krijgen. De volgende stap was het maken van een plan, inclusief een antwoord op de vraag: hoe gaan we dit in de praktijk allemaal meten?”
In deze periode wordt de eerste snede gemaaid. Rudie: “Daarvan leggen we vast hoeveel het is en wat er allemaal in zit. Dit kan door het over een weegbrug te halen, maar het is ook een optie dat een specialist langskomt om monsters te nemen. De beste manier om de benodigde informatie te verzamelen, moeten we samen nog een beetje uitvinden.”
In het kort: als je weet hoeveel gras je van het land haalt, weet je hoeveel eiwit er wordt geproduceerd en aan hoeveel stikstof dat gelijkstaat. Vervolgens kun je ervoor zorgen dat er een evenwicht ontstaat met de bemesting. Rudie: “Die rekensommetjes maken, dat is hartstikke leuk. Het is ons vak, daar zit passie achter. Boeren zijn altijd bezig met het behalen van een goede opbrengst van hun land, en met deze informatie kun je dat nog gerichter aanpakken. Het is mooi om daar samen mee bezig te zijn.”
Kern is dat het mogelijk moet zijn om met evenwichtsbemesting in beide richtingen winst te behalen, zowel voor de natuur als de boer: “Je gaat meer gras produceren, of je bespaart op kunstmest. De precieze resultaten hangen natuurlijk ook af van het seizoen dat we gaan krijgen.” Het komende jaar bezoekt hij de vijf boeren regelmatig, lopen ze even het land op, bespreken ze hoe het gaat: “Aan het einde van dit jaar maken we voor het eerst de balans op.” Er worden ook nitraatmonsters genomen om eventuele uitspoeling in kaart te brengen.
Klinkt spannend, maar bij sommige boeren gaat het alleen om de puntjes op de i: “Het is finetuning. Er zit in dit gebied veel variatie in de grondslag. Hoe kun je daar nog meer rekening mee houden? We moeten ook gewoon nuchter blijven met elkaar: dit gaat over goed boeren. Maar alleen al door het samen uit te pluizen, die focus te hebben, verbeteren er zaken.”
De boeren ontvangen vanuit het gebiedsproces een vergoeding voor de extra inspanningen die ze leveren. Het projectmanagement is in handen van Pratensis, dat ook ondersteunt bij de uitvoering en het opstellen van rapportages. Rudie: “Als het nodig is kunnen we de komende tijd extra kennis inhuren, van het Louis Bolk Instituut of de universiteit van Wageningen. Een excursie naar Agro-innovatiecentrum De Marke in Hengelo is ook een mooie optie.”